Twc weekend Doorn 7, 8 en 9 juli 2017

Utrechtse Heuvelrug vanuit Doorn

De bevindingen van een A rijder…

Dag 1: Op 7 juli zijn 28 goedgehumeurde TWC-ers en/of partners er weer klaar voor. Om 8.30 uur vertrekt de TWC karavaan richting het Noorden. Op naar de Utrechtse Heuvelrug om in te kwartieren bij Landgoed Zonneheuvel te Doorn. Het fietsweekend 2017 is begonnen. Dit jaar wel met aanhangers (partners van de actieve fietsers) maar geen aanhangwagen. Alles past in de camion van Meubelen Poelske. Ondanks het ruimteoverschot en de grote hoeveelheid dekens ter bescherming van het edele racespul zijn er toch ‘pietje preciezen’ die hun draadezeltje liever zelf achterop de voiture zetten. Thuis staat de wielerfiets wellicht ook op een goed beschermd plekje (veilig voor ongewenste contacten en intimiteiten). Daar heb je tenslotte ook extra flink voor betaald bij de aankoop. En ’t moet gezegd, sommige karretjes zien er picobello uit. Echte raspaardjes. Alléén Stillere Frank (van ’t Brakke Watertje) ontbreekt bij vertrek. Die moet eerst nog wat Euries op de zaak verdienen om het weekend door te komen. Hij sluit later op de vrijdag aan bij het diner. Met honger en een gevulde beurs.

Alles en iedereen komt zonder schrammen aan op het beloofde land en goed. De omgeving op de laatste kilometers rond Doorn kan ik niet anders typeren dan “van goede stand”. Zonneheuvel blijkt  bij aankomst een echt landgoed. Een juweeltje, met torentjes, balzaal en balkon met uitzicht op de Versailles-achtige tuin. Ik hoor Theo Mussenheuvel (de organisator en weekendgoeroe) al tegen de kasteelheer zeggen. “Verrrëk zëg keërrel das een leuk optrëkje voor een toertje in de limo met picknick !” Het zicht op een uit de kluiten gewassen en authentiek kasteeltje Franse stijl versterkt dit beeld. Kiezels voor het bordes, dus plaats genoeg voor onze camion, voitures en de bicyclettes.  Mijn eerste indruk:  potverdorie, da’s sjiek de friemel ! Sta ik daar vanavond aan het gala diner in BB (boerenbondbermuda) en Jezusnikes (teenslippers) met mijn zachte G tussen de harde rollende R’en. Als snel haalt de realiteit mijn  gedachten en eerste verbazing in. Achter het groen en bomen komt ons verblijf voor dit weekend in zicht als ik de parkeerplaats voor het gewone volk op rijd. Daar ligt dus ons, eigentijdse, hotel. Gewoon in beton en asbest op het dak. Gelukkkig blijkt ons verblijf binnen en aan de achterkant van alle gemakken voorzien. Restaurant, bar, én terras. Oh ja, en ook nog prima kamers met sanitair en flatscreen TV ingebouwd in een aquarium zonder vissen. Uitzicht op het bos met konijntjes, eekhoorntjes en één huishaas. En dat allemaal heerlijk rustig gelegen zonder storende verkeersgeluiden. De entourage is dus dik in orde. Chapeau voor de organisator.

Psst, een klein geheim “off the record”: De eigenaren van de vette Porsche’s, Jag’s, BenW’s en Audi’s die ’s avonds op het grind voor het kasteeltje staan uitgestald, die in die die roze bloesjes met blazers én Rolex, die slapen in de kleinere kamers tegen dezelfde prijs als onze luxere en grotere kamers. En… onze fietsen en volkse middenklassers  zijn niet gefinancierd of gehuurd. De patsers. Met die kennis slaap ik dit weekend nog lekkerder. Haha.  Inderdaad geld maakt niet gelukkig.

Het weer is heerlijk. Rond 25 graden of meer en droog is de verwachting. Dus prima en dorstig (fiets)klimaat. Voordat we op pad gaan voor de vrijdag rit maken we kennis met de drankboekhouding en de regeltjes van het huis. Wij moeten daar nog eerst aan wennen. Maar het personeel moet nog ff leren omgaan met de dorst en consumptiesnelheid van echte fietsers. Maar wij en zij zullen snel bijleren deze 3 dagen. Na een of enkele drankjes en een heerlijke wrap met kip of zalm en een eigen broodje of zo stapt iedereen op de fiets voor de openingsrit.

Door de deelname van de aanhang hebben we dit jaar ook een groep slow-fietsers. Een clubje kakelende dames (net een toom hennen). Allemaal niet meer zo piep maar wel heel kwiek. Onder leiding van Lei King gaan deze golden girls op pad. King Lei met zijn harem. Als een trots haantje met zijn kakelende hennen achter zich aan. Fietsbellen overbodig want die hoor je toch niet door al dat gekwetter. En Lei die zal het slim aanpakken: stukje fietsen, terrasje, stukje fietsen, winkeltje, stukje fietsen kasteeltje, stukje fietsen ijsje, stukje fietsen markt, stukje fietsen kasteeltje, stukje fietsen enz. En dat 3 dagen lang. De ladies in het fietsparadijs met King Lei als trotse rots in de branding voorop. Follow the leader, leader.

De B groep is ook dit jaar weer iets groter in aantal dan de A groep. Maar ook iets meer gewijd. In de B groep immers 2 pelgrim pedaleurs met heilig water in de bidon. En in de A groep maar 1 heilige boon. De schijnheilige Petrus beschermheer van de  beekvegers en kantonniers. Herkenbaar aan zijn lange zwarte kniekousen. Schijnbaar hebben alle gewijden lange sokken onder de pij of habijt. En op zondag zelfs met zwarte jarretelletjes. Maar het is vandaag geen zondag.

De B groep is 9 man en 2 vrouw sterk. De A groep heeft 6 mannetjes en maar 1 vrouwtje. Dat gemis wordt goed gecompenseerd door de aanwezigheid van een fietsezel in de groep. Samen hebben de B en de A één Bus Piet met bus. Die Bus Piet fungeert dit jaar meer als Terras Piet. Hij zorgt ervoor dat de pauzeplaatsen in orde zijn en doet het voorproeven. Wat dat betreft heeft hij zijn postuur wel mee. Een echte fijnproever. Overigens hoeft Piet dit jaar bijna het hele weekend niet als volghelper in actie te komen. Alleen op het allerlaatst, in de laatste 2 kilometers, van dag 3. Leo (Leo de Lollige) schiet, bij het aanzetten na een bocht, door de ketting. Hij maakt ondanks de geringe snelheid toch een lelijke val. Gelukkig met helm. Het resultaat een gebutste helm, pijnlijke heup en elleboog en wat dizzy. We weten van Leo dat hij nogal van “schele wazel” houdt. Maar omdat Leo na de val meer verward dan lollig wordt, trommelt de groep Bus Piet op voor snelle assistentie. In het hotel controleert een opgeroepen noodarts Leo’s toestand. Voor de zekerheid toch maar naar het ziekenhuis voor een grondige check. Later blijkt dat de letsels van Leo gelukkig niet ernstig zijn. Enkele pijnlijke en beurse plekken en ’n lichte hersenpudding. In de loop van de week vernemen we dat Leo zich alweer redelijk voelt. Achteraf 2 lessen uit deze valpartij:

  • Een valhelm heet niet voor niks zo. Dus voorzichtig met je kop, helm op!
  • Ieder nadeel heeft z’n voordeel. Nu is medisch in ieder geval onomstotelijk bewezen en vastgesteld dat Leo inderdaad hersens heeft en dat ze ook werken.

De routes zijn erg mooi, afwisselend en aansprekend. Geen hoge snelheidsritten maar wel prachtig geschikt voor een sportief weekend in een heerlijke omgeving. Dag 1 met eerst flink wind in stoempen tot op de dijken van de Lek. Daar 25 kilometers strak wind in de rug. Door de hoge snelheid met de wind in de rug passeren we Bus Piet, die langs de dijk enthousiast staat te zwaaien, zonder fatsoenlijke groet. Pas na 500 meter komt bij het pelotonnetje het besef dat we net Piet zomaar voorbij zijn geracet. Achter ons in de verte lijkt Piet er wat beteuterd bij te staan. Sorry Piet, maar het ging net zooooo lekker op het fluister asfalt. Gelukkig blijkt Piet bij de pauze zoals gewoon goedgemutst. Hij meldt ons dat er nog een andere club op de dijk aan hem voorbij zoefde met bijna dezelfde tenues als TWC. Maar die hadden niet veel tijd voor een begroeting. Zoef en ze waren voorbij.

Op het pauze terras in Amerongen weet de B groep de sprint te winnen van een aanstormende groep Belgische foetelfietsers die buitelend het terras opstrompelen. Als het er op aankomt dan zijn ze vliegensvlug die B rijders. Zeker op het terras. De Belgen verliezen de terrasstrijd. De B groep bezet de grootste en beste tafel. Mede doordat Lijpe Henk van L. de met zijn fiets dwars en midden op het terras de doorgang blokkeert voor de Belgen. De terugweg verloopt via een bosrijke en landelijke omgeving. In totaal voor A en B ieder 95 km.

Dag 2: de grote tocht. A groep 150 km en B groep 125 km. En met heuveltjes: De heuvelrug, Amerongse berg, dal van de Neder Rijn in en er weer uit bij Renkum en stukjes Hoge Veluwe. Heerlijke klimmetjes en leuke afdalingen. Een prima pauzeplek in Otterlo. Met Bus Piet weer als grote voorproever. Tafel vullende 3-eiige uitsmijters met van alles erbij, grote en dikke burgers en flinke zalmspecials. Goed krachtvoer. Prima om de route vol te maken tot op de Zonneheuvel.

Dag 3: de valleitocht. 85 – 90 km. Met pauze op de vliegbasis Soesterberg. Erg mooi en afwisselend. Met een unieke pauzeplek onder de vleugels van een groot militair vliegtuig. Gelukkig treffen we een niet al te strenge en dito snuggere, redelijk blinde bewaker, die ons toespreekt dat we eigenlijk de fietsen niet op het terrein mogen plaatsen. Die moeten buiten de poort. Wij hebben echter al een heel traject op het terrein afgelegd, trap op en af, over een bruggetje en door een zandhelling omlaag op onze schoenplaatjes. Dus geen animo om de fietsen weer helemaal terug en uit het zicht te zeulen. We spelen daarom de onnozelen (Sevenumse Ger voorop, en dat gaat hem goed af) en plaatsen onze racers voor de neus van de waaksoldaat tegen de muur. Wel netjes bij elkaar. En tot onze verbazing constateert de olijke bewaker: Och ja, als ik ’t maar niet zie ! Doei. En weg is ie. Op het vliegveld terras nuttigen wij uit onze verzamelde A koerspot allemaal een stuk gebak. Eens wat anders als appeltaart of appelstrudel!? De  eerder benoemde penningplukker voor de gezamenlijke A-pot constateert echter dat, bij de vliegveld prijzen zoals op Schiphol, er geen ruimte in de beurs is voor de verkrijgbare lekkere notentaart. De vrek!  Dus 7 maal appelflap. Even later steekt de B groep ons de ogen uit met van die lekkere notentaart. Hun beursbewaker had blijkbaar een gullere bui. De B’s smekken en smakken de notentaart met extra veel genotgeluiden naar binnen. Wij scharrelen de laatste kruimeltjes van de flappen van onze bordjes. Na deze pauze terug koersen naar het hotel te Doorn in een goed tempo. De laatste 5 kilometer gaan nog over een stuk niet verkende singeltracks. Nu, met deze droogte goed te doen. Hard gravel op smalle slinger paadjes door het bos en langs de heuvelhelling. Een leuke afsluiting van de 3 routes.

Culinair is het dit weekend ook allemaal prima in orde. Het diner op de eerste avond leek eerst qua hoeveelheid wat magertjes. De bijgerechten zaten in ongewoon kleine kommetjes. Er werd wel bijgevuld maar ook in die kleine kommetjes. De te kiezen vlees en vis porties waren prima qua smaak en hoeveelheid. Zeker ook het toetje. Na afloop heeft toch iedereen het buikje mooi rond.  De zaterdag en zondag worden ontbijt, avondeten en de lunch als buffet geserveerd. Twee woorden: Heerlijk en veelzijdig. Niks meer aan doen. Tijdens het eten blijkt onze joligheid aanstekelijk voor het personeel. Glimlachend zien zij hoe wij van alle heerlijke gerechten genieten en stevig dooreten. Er blijft niet veel meer over. Wij tevreden, zij tevreden.

Ook de afterparty op vrijdag en zaterdagavond is eerst gezellig en later op de avond jolig en soms hilarisch. Er is gelegenheid voor serieuze zaken, prietpraat en echte flauwekul. Vooral de belevenissen van de pelgrim pedaleurs met hun uit- en inklapbare tentjes spreken letterlijk tot de verbeelding. En de bediening is intussen ook aan ons consumptiegedrag gewend en wij aan het consumptie registratiesysteem. Op naar de Euro 50+. Daarna is het voor niks! Onze hulp aan de serveerster met het ophalen van de glazen wordt gewaardeerd met een vriendelijke service. Ze is immers invalster en staat helemaal alleen in de kroeg met enkele lastige Amerikanen (USA) die alleen meer aandacht opeisen dan 20 TWC-ers. Tegen het einde van de avond arriveert ook de club “betergestelden” in de bar. Tegen die tijd hebben wij ons plezier al gehad en laten moe en voldaan de bar over aan de patsers. Ik zie de serveerster zuchten bij de aanblik van de rijkelui ’s groep. Voor vertrek neem ik nog wat  laatste lege glazen van onze tafel mee naar de bar en begeleid met mijn knipoog hoort ze van mij: “Och ja, het geluk is altijd met de dommen”. Ze schiet in de lach en antwoord “Veel fietsplezier morgen voor jullie groep en misschien tot een volgende keer”.

Dus: Allemaal bedankt voor het leuke weekend en de groeten van de serveerster.

Organisatie hartstikke bedankt wahh. Het was Super!

PePe

De foto’s van het weekend staan in het Foto & Video album hier op de site.

Plaats een reactie